Schrijf je in in de gratis 5-daagse challenge grenzen stellen

Parentifiwatte?

In een gezin zijn er ongeschreven regels en rollen en elk lid van dat gezin neemt vanuit die rol taken op die passen bij zijn of haar leeftijd en mogelijkheden. Zo kan een peuter van drie jaar perfect helpen bij het opruimen van zijn speelgoed, helpt een zevenjarige bij het dekken van de tafel en kan een tiener zijn jongere broer of zus kort in de gaten houden als de ouder bijvoorbeeld naar het toilet gaat.
Je leest het, het gaat om taken die rekening houden met de leeftijd van het kind en dat kind tegelijkertijd ook de kans geven verantwoordelijkheid op te nemen en een zinvolle bijdrage te leveren aan het gezin – zonder dat de belasting te groot is. Kinderen zijn vaak ook wel blij of fier dat ze door zo’n taakjes iets kunnen ‘teruggeven’ aan hun ouders. Of ze voelen zich nog meer gerespecteerd in hun gezin, gewoon omdat ze ‘nodig’ waren. 

 

Maar soms moet een kind een rol opnemen die niet bij zijn leeftijd past, door omstandigheden. Parentificatie is een situatie waarin kinderen mee moeten zorgen in of voor het gezin, op zo’n manier dat het te veel vraagt van dat kind. Het evenwicht tussen geven en nemen is dan verstoord. Ik geef hieronder een paar voorbeelden, die maken het wat concreter:

 

  • Een kind van acht jaar moet de emotionele steunpilaar van een ouder zijn, bijvoorbeeld na het verlies van de andere ouder of een echtscheiding. Dat kind zal zich dan verantwoordelijk voelen om de ouder te troosten, ook al is het daarvoor nog niet genoeg emotioneel ontwikkeld.
  • Een tiener zorgt voor jongere broers en zussen alsof ze hun tweede mama is. Ze moet elke dag koken en zijn broertjes of zusjes naar school en naar bed brengen, waardoor ze geen ruimte meer heeft voor haar eigen ontwikkeling.
  • Een kind wordt te nauw betrokken bij de financiële problemen van de ouders, moet boodschappen doen met een beperkt budget en hoort de ruzies over geld. Dat kan zorgen voor stress en een verantwoordelijkheidsgevoel dat niet past bij zijn leeftijd. 


Ouders geven hun kinderen het leven – ja, dat klinkt zwaar, maar het klopt wel – en ze zijn verantwoordelijk voor hun zorg. Kinderen geven hun ouders graag iets terug. Liefde, en helpen met kleine taken. Maar als een kind lange tijd en structureel voor zijn ouders moet zorgen, wordt dat problematisch. Parentificatie legt een last op de schouders van een kind, terwijl die schoudertjes dat (nog) niet kunnen dragen en het ook hun taak niet is. 


De kans bestaat dat je kinderen beginnen te zeuren als je hen vraagt om te helpen. Ze zijn moe, hebben geen zin, wilden net iets anders gaan doen, vinden hun taakje stom of saai… Dat is geen parentificatie. Als je leeftijdsadequaat taken aan je kind geeft, is er geen probleem. Een gezin is geen hotel, iedereen moet zijn steentje bijdragen. Twijfel je of een taakje wel past bij de leeftijd van je kind? De Gezinsbond maakte een kort lijstje per leeftijdscategorie.  

Parentificatie gaat dus over niet passend geven en nemen. Nemen is dikwijls duidelijker, maar stel je voor dat je als kind ook zelf te weinig mag geven? Dat je je ouder ziet huilen en die je instinctief wegduwt – dikwijls met goede bedoelingen – en de woorden: ‘Jij hoeft niet voor mij te zorgen, dat ik mijn taak.’ Je kind voelt dat er iets mis is en wil graag helpen. Wijs je die zorg af, kan dat het signaal geven dat je de zorg van je kind niet wil. Terwijl je ook je kind kan bedanken en de troost aanvaarden.
 


Vier soorten parentificatie 

Wat gebeurt er als een kind de emoties of verantwoordelijkheden van een ouder moet overnemen? 

Daarvoor vertel ik eerst graag wat over de vier soorten parentificatie: het zorgende kind, het kind dat kind moet blijven, de zondebok en het perfecte kind. Hoewel er vier vormen zijn, beschouw ik parentificatie meer als een continuüm, met twee uitersten: te veel moeten geven vs. te veel moeten ontvangen. 
 


1. Het zorgende kind

Een kind dat te veel moet geven – zorgen voor ouders, broertjes of zusjes of het gezin in het algemeen – groeit vaak op tot een volwassene die helemaal niet weet wat hij of zij nu zelf wil. Al heel vroeg neemt een zorgend kind de rol op van een volwassene, leert het wat verantwoordelijkheid is en doet het taken in het huishouden die eigenlijk nog te moeilijk zijn of te veel vragen. Dat gaat dan ten koste van zijn eigen ontwikkeling, plezier en speelsheid.
Wie het zorgende kind was, zal het als volwassene moeilijk vinden om zorg van anderen te ontvangen. Ze zijn boos op zichzelf als ze niet genoeg hebben kunnen doen en leggen de lat voor zichzelf heel hoog.

 

2. Het kind dat kind moet blijven

Kinderen die overbeschermd worden en te veel zorg ontvangen, hebben het vaak moeilijk om zich later los te maken van hun ouders. Ze hebben geleerd dat ze afhankelijk zijn van hun ouders en kunnen moeilijk zelf beslissingen nemen. Op eigen benen staan, verantwoordelijkheid nemen…dat is niet gemakkelijk voor een volwassen kind dat kind moest blijven.
Bij deze vorm van parentificatie komen ook dikwijls loyaliteitsconflicten voor: kies ik voor mijn partner? Of kies ik voor mijn ouders.

 

3. De zondebok
De zondebok is het lastige kind, degene die problemen veroorzaakt. In werkelijkheid probeert een kind in zo’n geval vaak de spanningen in het gezin te verlichten door zijn gedrag. Zondebokken groeien op met een minderwaardigheidsgevoel en hebben het idee dat ze nooit genoeg zijn. Als volwassene zullen ze makkelijk de rol opnemen van de persoon die moeilijke onderwerpen benoemt. Het gevolg? Dat kan wel eens leiden tot conflicten en uitsluiting. 

 

4. Het perfecte kind

Het perfecte kind probeert constant aan de hoge verwachtingen van zijn ouders te voldoen. Hij of zij doet er alles aan om de beste cijfers te behalen en probeert uit te blinken in alles wat die doet. De keerzijde van die blinkende medaille (voor de buitenwereld blinkt die in ieder geval), is de voortdurende angst dat het perfecte kind heeft om niet goed genoeg te zijn.
Als volwassene hebben perfecte kinderen vaak faalangst en voelen ze zich eenzaam, omdat ze altijd zo hard bezig waren met te voldoen aan de verwachtingen van anderen, ten kosten van hun eigen behoeften. 


En toch is er hoop!

Alles begint met bewustwording. Begrijp daarom eerst de dynamiek in jouw gezin van herkomst: Hoe zat het bij jouw thuis met (passend) geven en nemen? Mocht je geven en werd dat aangenomen? Kreeg te (te) veel of weinig? 

Een korte oefening: Terug naar je innerlijke kind

  • Neem een rustig moment voor jezelf en pak pen en papier. 
  • Sluit je ogen en probeer terug te denken aan een situatie uit je jeugd waarin je het gevoel had te moeten zorgen voor een van je ouders. 
  • Schrijf gedetailleerd op wat er gebeurde en hoe jij je voelde. Wat zag je, wat hoorde je, wat dacht je? 
  • Stel jezelf de vraag: wat had je als kind op dat moment nodig? Schrijf dat ook op. 
  • Neem daarna een moment om die behoefte te erkennen: Je had het recht om kind te zijn, om onbezorgd te leven.

Een voorbeeld kan je op weg helpen:

Stel je voor dat je op tienjarige leeftijd thuiskwam van school en je moeder zat huilend aan de keukentafel. Je wilde haar troosten, omdat je het niet leuk vond dat ze zich verdrietig voelde. Je probeerde haar op te vrolijken door grapjes te maken. Je voelde je gespannen en misschien zelfs een beetje bang, omdat je het vond dat het jouw taak was om haar terug blij te maken.
Je hoorde je moeder zeggen dat alles wel weer goed zou komen, maar in je hart wist je heel goed dat ze dat alleen zei om jou niet bezorgd(er) te maken en dat ze zelf niet zeker was of het effectief goed zou komen.

Op dat moment had jij het misschien nodig dat je mama zei dat niet jouw verantwoordelijkheid was om haar gelukkig te maken. Misschien had je het nodig dat iemand anders zei dat je moeder zelf haar problemen kon aanpakken.

Herhaal deze oefening zo vaak als je wilt. Elk laagje dat je afpelt, brengt je dichter bij jezelf.


Nog dit: patronen kan je leren doorbreken. Maar het is niet iets dat je van de ene op de andere dag kan doen. De eerste stap heb je al gezet. You showed up. Ik zie je. En je wil met jezelf aan de slag. Het is oké om af en toe te stoppen, opnieuw te beginnen en los te laten. Het is oké om je kwetsbaar op te stellen. Het verleden kan je niet veranderen, de toekomst wel.


Wil jij écht patronen doorbreken, met je parentificatie en je hechting aan de slag?

Zet je vrijblijvend op de wachtlijst van #TeamZelfzorg 2025 en zet het nieuwe jaar in met jezelf - eindelijk - op één op je prioriteitenlijstje! 

Voornaam (*) Naam (*) E-mail (*)



© 2025 Nina Mouton - info@ninamouton.be - fotografie © Studio Rammeloo
algemene voorwaarden - privacy policy - sitemap Quoted: Websites met méér